gilze en rijen
Gilze is een van de oudste plaatsen in de Baronie van Breda en behoorde rond het jaar 1000 toe aan de Abdis van Thorn. Het zogenaamde domeinakkerdorp bestond oorspronkelijk uit een groep boerenhoeven op een zandplateau. De schildvormige perceelsstructuur rondom Gilze getuigt van deze ontstaansgeschiedenis. Het dorp heeft door de eeuwen heen veel te lijden gehad onder oorlogsgeweld. In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werd het dorp verwoest en zijn vele inwoners vermoord. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voegde de Duitse bezetter de bestaande vliegvelden Molenheide en Nerhoven samen tot ‘Fliegerhorst Gilze-Rijen’, de latere vliegbasis Gilze-Rijen. Als gevolg hiervan kregen vooral Gilze en Hulten te maken met hevige beschietingen en bombardementen.
Rijen was oorspronkelijk een buurtschap van Gilze. In 1464 kreeg Rijen een eigen kapel en in 1524 werd het een zelfstandige parochie. Tot de aanleg van de spoorlijn tussen Breda en Tilburg in 1863, en de bouw van een station in Rijen, was het dorp ondergeschikt aan Gilze. Het was een agrarische kern met enkele thuiswerkers in de leernijverheid. Na 1875 maakte de leerindustrie er een grote groei door. Groothandels in leer en fabrikantenvilla’s, veelal ontworpen door de Rijense architect Ad Aarts, verrezen nabij het station. Arbeiders woonden in kleine, door fabrikanten gebouwde huizen aan de Hoofdstraat. Pas nadat hier een zeer lange lintbebouwing tot stand was gekomen, werden ook de zijstraten bebouwd. Ook hier wisselen grote fabrieksgebouwen en woonhuizen elkaar af. Naast de leer- en schoenindustrie waren in de gemeente van oudsher een aantal steenfabrieken.
Nadat het gemeentehuis in Gilze in 1944 door de Duitsers was verwoest, verplaatste men de zetel van het gemeentebestuur naar het intussen grotere Rijen. De meeste leerfabrieken zijn inmiddels verdwenen en vanaf 1980 vonden op de open plekken, die hierdoor ontstonden, 'inbreidingen' plaats met woonbuurten, zoals De Looierij (2003) vlakbij het station en De Leertuinen (2007) langs de Hoofdstraat. Rond het Wilhelminaplein wordt sinds het begin van deze eeuw een nieuw dorpshart gecreëerd.
Tussen de cataloguswoningen staat een opvallend en bijzonder woonhuis. Het is door architect Pieter van Kruysbergen, broer van de opdrachtgever, volledig aangepast aan de woonwensen van een gezin met twee gehandicapte kinderen.
Net ten westen van Gilze, temidden van een plantenkwekerij, ligt deze woning die zich in eerste instantie voordoet als een houten schuur. Aan drie zijden van het gebouw zijn echter grote delen van de vergrijsde houten gevel weg te schuiven, waarna zich een moderne bungalow openbaart. Door de panelen open of dicht te schuiven, kunnen de bewoners de mate van privacy zelf bepalen. Drie patio’s zorgen ervoor dat in de woning voldoende daglicht binnenkomt, ook als de puien gesloten zijn. Wonen, werken en slapen zijn rondom deze patio’s georganiseerd.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Rijen volgens provinciaals besluit de hoofdkern van de gemeente Gilze en Rijen. Bureau Siebers en Van Dael was verantwoordelijk voor de stedenbouwkundige plannen voor Gilze en Rijen en voor veel van de nieuwe voorzieningen, waaronder het modern-traditionalistische gemeentehuis.
De plaatselijke architect Ad Aarts heeft een grote invloed gehad op het aanzien van Rijen. In de jaren dertig, veertig en vijftig van de vorige eeuw lieten veel vooraanstaande inwoners een villa bouwen door ‘d’n architect’, zoals Aarts in het dorp werd genoemd. In Rijen staan 250 gebouwen van zijn hand en ook in omliggende dorpen zijn ontwerpen van Aarts te vinden.
Dit patronaatsgebouw diende als vervanging van het onderkomen aan de Nieuwstraat in het voormalige raadhuis, en bood onderdak aan verschillende verenigingen in het dorp. De voorgevel kenmerkt zich door decoratieve gemetselde steunberen op de hoeken van het gebouw en centraal onder de topgevel.
Dit opvallende complex fungeerde door de jaren heen als woonhuis, slagerij, herberg, patronaat en raadhuis. Op dit moment huisvest het de Heemkring Molenheide.
Deze neogotische kerk, beeldbepalend in Rijen, heeft drie beuken, een zeventig meter hoge westtoren, een aparte rouwkapel en een sacristie. In het exterieur vallen vooral de smalle lancetvensters op en de gele sierbanden (speklagen) in verblendsteen, waarmee zowel de toren als het schip is gedecoreerd. De kerk bezit zadeldaken met leien in maasdekking, waarbij op de kruising tussen schip en transept een spitse dakruiter is geplaatst. In de kerk zijn gebrandschilderde ramen te vinden van Max Weiss en bij het priesterkoor staan levensgrote lindenhouten beelden van Maria en Maria Magdalena. Op de zijwanden van de kerk is in email de kruisweg afgebeeld door de Dongense kunstenaar Johannes Willemen.
Dit gebouw was tussen 1902 en 1929 een leerlooierij. Daarna heeft het onder andere dienst gedaan als showroom voor meubelen, als stoffeerderij en als opslagplaats. Sinds 1993 is het in gebruik als woonhuis.
Maalderij ’t Stoom is een voorbeeld van de overgangsperiode van de traditionele windmolen naar de machinale maalderij. Het complex is in ambachtelijk-traditionele stijl gebouwd en heeft veel overeenkomsten met de leerlooierijen in de regio. Het bestaat uit een hoofdgebouw met enkele aanbouwen en een vrijstaande houten loods.
Steenfabriek Hendrickx was de laatst werkende steenfabriek met een ringoven in Noord-Brabant. De Gilzersteen, die in de oven werd gebakken, was een goede baksteen in een handzaam formaat, waarmee in Gilze en omgeving veel is gebouwd. De hoogtijdagen voor de fabriek lagen vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen de vraag naar bouwmaterialen groot was.